Tips en antwoorden

  • Benut de studenten- en scholierenregeling

    Maakt u deze zomer gebruik van vakantiekrachten? Bijvoorbeeld omdat uw vaste personeel met vakantie gaat of omdat u juist in de zomer een seizoenspiek heeft en extra personeel moet inzetten om het werk gedaan te krijgen? Benut dan de fiscaal aantrekkelijke studenten- en scholierenregeling. U mag deze regeling toepassen als u hiertoe een schriftelijk, gedagtekend en ondertekend verzoek van de student heeft, dat u bewaart in uw loonadministratie. U mag dan de kwartaaltabel toepassen, ook al is het werkelijke loontijdvak anders. In deze tabel is meer loonheffingskorting verwerkt dan in andere tijdvaktabellen, waardoor de student meer nettoloon overhoudt. Het loon van drie maanden wordt bij elkaar opgeteld en de loonbelasting/premies volksverzekeringen (loonheffing) worden per kwartaal berekend. Ook voor de premies werknemersverzekeringen en de bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) past u het kwartaaltijdvak en de kwartaaltabel toe.

    Tip
    Een voordeel voor de student is dat hij of zij niet hoeft te wachten tot het volgende kalenderjaar om de te veel betaalde loonbelasting via de IB-aangifte terug te vragen.

  • Langere betalingstermijn coronaschulden bij saneringsakkoord

    De betalingstermijn van 12 maanden na het bereiken van een saneringsakkoord over de coronaschulden wordt per 1 juli 2025 aangepast. Hierdoor wordt een langere betalingstermijn mogelijk. Dit moet onnodige faillissementen voorkomen. Aan de verlenging van de betalingstermijn zijn wel voorwaarden verbonden. U moet als ondernemer dan aannemelijk maken dat u het bedrag van het saneringsakkoord niet in 12 maandelijkse termijnen kunt voldoen en dat de nakoming van het saneringsakkoord voldoende is geborgd. Dit moet u onderbouwen met een verklaring van een deskundige. Voor bedragen onder € 20.000 volstaat een eigen verklaring.

    Tip
    Heeft u problemen met het aflossen van de coronaschulden? Vraag dan uw adviseur/accountant of u van deze mogelijkheid gebruik kunt maken.

  • Meld arbeidsongeschiktheid bij uw pensioenfonds

    De meeste pensioenregelingen kennen een bepaling waaruit voortvloeit dat de pensioenregeling premievrij wordt voortgezet bij arbeidsongeschiktheid van de werknemer. De pensioenuitvoerder neemt dan als het ware de premiebetaling over. Maar aan deze premievrije voortzetting zijn wel voorwaarden verbonden. Een van die voorwaarden is vaak dat u als deelnemer bij het pensioenfonds moet melden dat u arbeidsongeschikt bent.

    Tip
    Mocht u arbeidsongeschikt raken, zorg er dan voor dat u dit bij uw pensioenfonds meldt. Zo bent u er zeker van dat uw recht van premievrije voortzetting is veiliggesteld.

  • Alleen met bewijs alsnog aftrek betaalde lijfrentepremie

    Betaalde lijfrentepremies zijn aftrekbaar en de latere lijfrente-uitkeringen zijn belast. Dat is de hoofdregel, maar wat nu als u vergeten bent om de door u betaalde lijfrentepremie in de aangifte inkomstenbelasting af te trekken. Niet getreurd, er is dan bij uitkering nog de saldomethode, waarvan u gebruik kunt maken. Deze methode houdt in dat een deel van de toekomstige uitkeringen onbelast blijft. Van belang is wel dat u moet kunnen aantonen dat de lijfrentepremie is betaald én niet is afgetrokken. De lijn in de rechtspraak is hier vrij hard. Kunt u de premiebetaling niet bewijzen? Dan wordt uw verzoek om toepassing van de saldomethode afgewezen.

    Tip
    Bewaar oude aangiftes en betalingsbewijzen zorgvuldig, zodat u eenvoudig kunt aantonen dat u de lijfrentepremies wel heeft betaald, maar niet heeft afgetrokken.

  • Btw-verhoging op sport, cultuur en media gaat definitief niet door

    De btw-verhoging van 9% naar 21% voor sport, cultuur en media gaat definitief niet door. Dat blijkt uit de Voorjaarsnota van het kabinet-Schoof. Eind 2024 werd alsnog besloten om deze btw-verhoging per 1 januari 2026 voorlopig niet door te laten gaan. Ook de toepassing van de overgangsregeling waarbij het 21%-tarief ook al gold voor vooruitbetalingen en verkopen van vouchers voor prestaties in 2026 (en later), werd tijdelijk (tot 1 juli 2025) uitgesteld. Voorwaarde daarbij was dat er een alternatief zou worden gevonden voor de btw-derving van € 1,3 miljard. Het kabinet heeft die dekking gevonden in de verlaging van de tabelcorrectiefactor in de inkomstenbelasting. Doordat de voorgenomen btw-verhoging nu definitief niet doorgaat, kunt u ook na 1 juli 2025 het 9%-tarief toepassen op vooruitbetalingen en verkopen van vouchers voor prestaties in 2026 (en later).

    Tip
    De btw-verhoging op logies en hotelovernachtingen per 1 januari 2026 gaat wel gewoon door!

  • Vanaf 2027 mogelijk eindheffing betalen bij fossiele auto van de zaak

    Het kabinet-Schoof wil het rijden met een elektrische (bestel)auto stimuleren en kondigt onder meer de volgende maatregel aan. Als u als werkgever vanaf 2027 een personen- of bestelauto van de zaak op fossiele brandstof (niet volledig emissievrij) ter beschikking stelt aan uw werknemer, dan moet u 52% loonbelasting betalen over de grondslag voor de bijtelling privégebruik van de auto. Daarbij wordt geen rekening gehouden met een eigen bijdrage van de werknemer. Deze maatregel geldt dus niet voor volledig emissievrije (bestel)auto’s. Buiten de eindheffing die u betaalt, wordt er nog loonbelasting over de bijtelling ingehouden op het loon van de werknemer.

    Tip
    Uitwijken naar een youngtimer (auto ouder dan 15 jaar, maar maximaal 25 jaar) wordt tegengegaan, mocht dat nodig zijn. Het voordeel van een youngtimer is dat de bijtelling weliswaar 35% is, maar die mag u berekenen over de dagwaarde van de auto in plaats van de nieuwwaarde. U bent dan een stuk goedkoper uit.

     

  • Bereid u voor op het tegenbewijs box 3

    Komende zomer komt het digitale formulier ‘Opgave werkelijk rendement’ beschikbaar. Hiermee kunt u per belastingjaar box-3-heffing terugvragen over de periode 2017 tot en met 2024 als uw werkelijke rendement in box 3 aantoonbaar lager is dan het wettelijke forfaitaire rendement, waarop de Belastingdienst de box-3-heffing heeft gebaseerd. Vanaf de IB-aangifte 2025 wordt de mogelijkheid van het tegenbewijs opgenomen in het aangiftebiljet. De tegenbewijsregeling geldt tot de invoering van de Wet werkelijk rendement box 3 (voorlopig) per 2028. U moet mogelijk veel gegevens verzamelen om per belastingjaar te kunnen vaststellen of u voor teruggaaf in aanmerking komt. Denk aan gegevens over rente-, dividend- en/of huurinkomsten of de waardeontwikkelingen van uw effectenportefeuille, vastgoed of cryptovaluta.

    Tip
    Begin alvast per belastingjaar de gegevens te verzamelen die nodig zijn om uw box-3-inkomen en vermogen te bepalen, zodat u deze gegevens paraat heeft zodra het formulier ‘Opgaaf werkelijk rendement’ beschikbaar is.

     

  • Enkele fiscale maatregelen uit de Voorjaarsnota

    De Voorjaarsnota is gepubliceerd. Hierna volgen de meest in het oog springende fiscale maatregelen die het kabinet-Schoof wil treffen. De btw-verhoging op cultuur, media en sport gaat definitief niet door. De derving voor de staatskas wordt onder meer gedekt door de tabelcorrectie in de inkomstenbelasting per 1 januari 2026 te beperken tot 46,2% in plaats 51%. Dit betekent dat de hogere inflatie slechts beperkt wordt gecompenseerd in de belastingschijven en heffingskortingen. Daarnaast wordt het forfait in box 3 voor ‘overige bezittingen’ verhoogd naar 7,78% en het heffingsvrije vermogen verlaagd naar € 51.396 per belastingplichtige in 2026 en 2027. Vanaf 2027 worden de stakingsaftrek en de meewerkaftrek versoberd met 75% en in 2030 afgeschaft.

    Tip
    De maatregelen uit de Voorjaarsnota zijn een aankondiging van de voorstellen die het kabinet op Prinsjesdag wil indienen bij de Tweede Kamer.

  • Deadline nadert voor correcties op voorlopige berekeningen LKV en LIV 2024

    U hebt medio maart de voorlopige Wtl-berekeningen over 2024 van het UWV ontvangen? Daarin staat voor welke werknemers – en tot welk bedrag – u als werkgever recht hebt op het loonkostenvoordeel (LKV) en het lage-inkomensvoordeel (LIV) voor 2024. Dit jaar wordt het LIV voor het laatst uitbetaald. Dit voordeel is per 1 januari 2025 namelijk afgeschaft. De voorlopige berekeningen zijn gebaseerd op de loonaangiften en correcties over 2024, die u tot en met 31 januari 2025 hebt ingediend. Als een aanvraag voor een doelgroepverklaring op 31 januari 2025 nog in behandeling was, staat dit LKV nog niet in de berekening. Controleer de voorlopige berekeningen van het UWV. Bent u het niet eens met een voorlopige berekening – of wanneer die berekening onjuist is – dien dan uiterlijk op 1 mei 2025 correcties op de loonaangiften in bij de Belastingdienst.

    Tip
    Kom tijdig in actie als u het niet eens bent met voorlopige berekeningen van de LKV en het LIV. Na 1 mei 2025 zijn correcties niet meer mogelijk; de berekeningen van het LKV en het LIV zijn dan definitief geworden.

  • Voorkom belastingrente vennootschapsbelasting

    Moet uw bv over 2024 vennootschapsbelasting betalen? Zorg er dan voor dat u vóór 1 mei 2025 een verzoek indient om uitreiking van een voorlopige aanslag of een herziening van een al opgelegde aanslag. Zo voorkomt u dat uw bv achteraf veel belastingrente moet betalen. Sinds 1 januari 2025 is de belastingrente vastgesteld op 9%. Is het verzoek binnen vier maanden na afloop van het belastingjaar ingediend en komt de (aanvullende) voorlopige aanslag overeen met het bedrag waar u (of uw adviseur) om heeft verzocht? Dan hoeft uw bv geen belastingrente te betalen. Dient u geen verzoek in voor een (nadere) voorlopige aanslag vennootschapsbelasting 2024, dan wordt er in beginsel vanaf 1 juli 2025 belastingrente berekend over de te betalen aanslag.

    Tip
    Ook voor eerdere jaren kan het van belang zijn om te verzoeken om een (aanvullende) voorlopige aanslag.